Gezondheid is niet vanzelfsprekend. De ongeschreven regel is dat iedereen gezond is of daarnaar streeft. Maar als je dat niet gezond bent, is er dan nog wel kwaliteit van leven? Wetenschappers en medici praten niet met patiënten over kwaliteit van leven, dat hoort toch niet bij positieve gezondheid? Maar daar denken de chronisch zieken die vrijwilligerswerk doen in de inloophuizen heel anders over.
Sterker nog, zelfs mensen met behoorlijke gezondheidsproblemen, die het spinnenweb invullen, scoorden hoog op kwaliteit van leven. Zij vinden dat juist bij gezondheid horen. Wetenschappers noemen dat ook wel een response shift. De maatstaf van wat mensen een kwalitatief goed leven vinden, verandert doordat zij iets heftigs meemaken. Hun blik op het leven is een andere dan daarvoor. Bijvoorbeeld vóór het hartinfarct of vóór de kanker. Het lijkt zelfs wel een tegenstelling: kanker hebben en dan toch een hoge kwaliteit van leven ervaren. Ik vind dat een indrukwekkend verschijnsel. Vaak zijn de vrijwilligers met een chronische aandoening extra gemotiveerd om zich in te zetten voor anderen. Vrijwilligers vertelden me ook vaak: mijn aandoening hoort bij mijn leven en maakt deel uit van wie ik ben. Het doet me denken aan de wijsheid in het boek ‘De kleine prins’: alleen met je hart kun je goed zien. Juist door het openen van je hart heb je meer oog voor de kleine dingen en kun je daaraan geluk beleven. Zoals het zonlicht in een druppel ochtenddauw. Misschien is kunnen kijken met je hart wel de kern van kwaliteit van leven. Zo’n response shift is voor wetenschappers overigens wel een lastige. Want wat betekent dat voor de interpretatie van je lichamelijk onderzoek? Tegelijkertijd leren we van elkaar om meer te zien en begrijpen. Het leert ons meer over kwaliteit van leven – en dus over gezondheid.
In mei en juni volgen een aantal workshops klik hier voor de pdf met informatie